Blog: het netjes houden van de schoonmaak werkkast en -wagen

Voor CSG houdt ik mij bezig met aanbestedingen en contractbeheer schoonmaak. Je ziet en maakt van alles mee in de markt. Zo heb ik in de ruim 17 jaar dat ik nu bij CSG werk, immers bij vrijwel iedere opdrachtgever wel een keer de werkkast en een werkwagen op locatie gezien. Om er vervolgens weinig aandacht meer aan te besteden. Aangezien ik hier al een hele poos over mijmer, gaat mijn blog over het fenomeen werkkast en werkwagen netjes houden.

Aandacht die beslist wel nodig is. De werkkast en de werkwagen zijn immers de materiële basis voor iedere schoonmaker om überhaupt schoon te kunnen maken. Een basis die nogal eens veronachtzaamd wordt getuige de staat waarin de werkkast soms aangetroffen wordt1.

Overigens niet alleen vanwege de schoonmaker. Ook schoonmaakadviseurs en opdrachtgevers hebben hier een rol in. De onafgewerkte, en dus tegen onvermijdelijk spatwater onbeschermde, wand kan de schoonmaker niet aangerekend worden. Hoe er met de rest wordt omgegaan natuurlijk wel.

Hoewel… zal de schoonmaker diezelfde beleving hebben voor wat betreft zijn of haar verantwoordelijkheid? Zijn de werkkast en de werkwagen diens ‘eigendom’ en heeft de schoonmaker een exclusieve bevoegdheid om over het recht te beschikken en de exclusieve bevoegdheid om het te gebruiken?

Het feit dat de werkkast door de schoonmaker met een aan hem of haar persoonlijk uitgereikte sleutel wordt afgesloten, zou er op kunnen duiden dat dit inderdaad zo is. Dat de werkkast soms ook door de opdrachtgever gebruikt wordt om spullen in op te slaan, maakt het wat lastiger om de werkkast in relatie tot ‘eigendom’ op waarde te kunnen schatten.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de werkwagen. Zeker op locaties waar meerdere schoonmaakrondes per dag worden uitgevoerd, zal een en dezelfde werkwagen door meerdere schoonmakers voor verschillende taken worden gebruikt.

Aangezien eigendom niet enkel eigendom van de hoofdzaak inhoudt, maar ook van alle bestanddelen die daartoe behoren, zouden we kunnen zeggen dat de werkwagen bij de werkkast hoort .

Bij eigendom hoort dan natuurlijk ook eigenaarschap. Ofwel dat de “eigenaar” zich over dat wat hem toebehoort ontfermt en daarover de verantwoordelijkheid neemt. De werkkast en de werkwagen mogen dus geacht worden schoon en gebruiksklaar te zijn.

Dat kost echter wel tijd! Zonder inspanning immers geen resultaat. Tijd blijkt een dingetje, want “tijd over” is er natuurlijk nooit. En als de schoonmaker wel eerder klaar is met zijn schoonmaaktaak, dan zal de eerste neiging niet zijn om de werkkast eens kritisch te bekijken, kapotte of verouderde materialen af te voeren, de haren uit de wieltjes van de werkwagen te peuteren en alles schoon te maken. Is het dan geen zaak om aan de voorkant te kijken naar de verbetermogelijkheden rondom de status van de werkkast en werkwagen? Bijvoorbeeld door de werkkast als ruimte in onderhoud te nemen in het schoonmaakprogramma? Zodat deze beslist ook in de taak van de schoonmaker komt. Én serieus meedoet in de kwaliteitsbeoordeling van de uitgevoerde schoonmaak.

Want het zou toch jammer zijn als meer schoonmakers moeten grijpen naar rigoureuze middelen om de werkkast professioneel toonbaar te maken.

1] Het gaat hier níet om de vraag wie de juridische eigenaar is van het een of het ander.

Geschreven door Cindy van der Blom, consultant.